Herinnering

Monument van herinnering

Marian van der Klein werkt bij het Verwey-Jonker Instituut in Utrecht. Aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) deed zij onderzoek naar de homobeweging en de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland.

De internationale en Nederlandse homobeweging brachten in de jaren zeventig en tachtig de emancipatiestrijd sterk in verband met de vervolging van homo’s in nazi-Duitsland. In de jaren dertig zijn in Duitsland naar schatting vijftienduizend mannen vanwege hun homoseksualiteit in concentratiekampen gezet. In de nazi-systematiek kregen zij een roze driehoek opgespeld. Meer dan de helft overleefde het niet.

De homobeweging dacht in eerste instantie dat de ideologie van de nazi’s ook in Nederland tot structurele vervolging van homo’s had geleid. De homobeweging eiste van de overheid dat de homoseksuele slachtoffers van 1940-1945 ook erkend zouden worden, net zoals de Joden en zigeuners.

In bezet Nederland is de situatie echter anders dan in Duitsland geweest. Er werd wel Duitse anti-homowetgeving ingevoerd, maar daardoor zijn Nederlandse homoseksuelen niet of nauwelijks in concentratiekampen terecht gekomen.

Vanwege hun Joods zijn of vanwege hun verzetsactiviteiten werden Nederlandse homoseksuelen wel in kampen gezet; zij kregen geen roze driehoek.

Voor, tijdens en na de oorlog bevatte de Nederlandse wet ook onderdrukkende passages met betrekking tot homoseksualiteit: artikel 248-bis. Pas in 1971 werd Art. 248-bis, dat homoseksuele handelingen tussen een meerderjarige en een minderjarige strafbaar stelde, uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt.

Van brandmerk tot geuzenteken